Duurzaamheid en klimaat
We zien drie ontwikkelingen voor duurzaamheid en de energietransitie
1. De gasprijzen stijgen
Vanwege de situatie in Oost-Europa is de gasprijs gestegen. Hierdoor komen meer huishoudens in de problemen. Ten tijde van het opstellen van deze begroting is er landelijk discussie over de uitvoering van het vijfde sanctiepakket van de Europese unie. Er wordt ontheffing verleend voor dit sanctiepakket, het contract met Gaszprom, initieel tot 1 januari 2023, indien mogelijk tot 1 januari 2024 kan worden voortgezet. Bij de Openbare Verlichting en Energie Fryslân (OVEF) speelt nu de vraag wanneer dan over te gaan op zelflevering van gas. Deze ontwikkeling nemen we ook mee als risico in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing.
2. De netcapaciteit wordt uitgebreid
De komende jaren doen Liander en TenneT forse investeringen om de netcapaciteit uit te breiden. Hun elektriciteitsnetwerk is namelijk oorspronkelijk gebouwd voor de levering van elektriciteit. Maar door de opwek van duurzame energie wordt dit netwerk nu ook gebruikt voor terug levering. Dit zorgt voor overbelasting van het netwerk.
3. In de energiesector is gebrek aan personeel
Bij gemeenten, bij adviesbureaus, installateurs en andere partijen is er een tekort aan capaciteit. Dit heeft een vertragende werking op de energietransitie. De gevolgen hiervan worden zichtbaar in de uitvoering van de investeringen van Liander, bij de wijkuitvoeringsplannen van de gemeente en op andere plekken binnen duurzaamheid.
De Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging opnieuw uitgesteld
- De inwerkingtreding van deze twee wetten is uitgesteld naar 1 januari 2023.
Deze nieuwe datum is overigens nog niet zeker. De Eerste Kamer gaat uit van 1 januari 2023, dit gaf hij op 21 juni 2022 aan. Tenminste, als er geen onoverkomelijke problemen zijn met het DSO (Digitaal Stelsel Omgevingswet). In laatste kwartaal 2022 verwachten we hier duidelijkheid over. De Unie van Waterschappen, het IPO en het Rijk staan achter de doelen van de Omgevingswet. Aan de hand van de hoofdroute 2022 wordt doorgewerkt aan een verantwoorde start op 1 januari 2023.
- Op 1 januari 2023 voldoen wij aan de minimale eisen zoals de VNG die heeft geformuleerd.
Vervolgens geven we een vervolg aan het implementatietraject, onder andere via het vooral gebiedsgewijs opbouwen van ons omgevingsplan. Op 1 januari 2030 moeten alle werkzaamheden zijn afgerond. We geven jaarlijks aan wat er gedaan moet worden en wat daarvoor nodig is aan middelen en capaciteit.
Agrarisch gebied en landbouw: transformatie, verduurzaming en innovatie
- Kabinetsplan voor stikstof heeft grote gevolgen voor agrarische sector
Minister Van der Wal (Natuur en Stikstof) presenteerde het kabinetsplan voor stikstof. Als dit plan doorgaat, heeft het grote gevolgen. Ook voor de agrarische sector in onze gemeente.
- Ruimte voor transformatie, verduurzaming en innovatie van de agrarische sector
De agrarische sector is namelijk van groot belang in onze gemeente. Zowel voor de uitstraling in de omgeving, als voor de economische belangen. Vanuit Greidhoeke Plus geven we de agrarische sector ruimte voor transformatie, verduurzaming en innovatie. Wij nemen deel aan de daarbij behorende gebiedsprocessen. Vanuit de Friese veenweide gemeenten nemen we actief deel aan de uitvoering van het nieuwe veenweideprogramma 2020 – 2030 en ondersteunen we gebiedsprocessen in de veenweidegebieden.
Kwaliteit openbare ruimte
Het gebruik van de openbare ruimte is niet los te zien van de maatschappelijke ontwikkelingen. Dat betekent voor het beheer ervan in de praktijk het volgende:
- Wij passen duurzaamheid en innovaties toe bij het onderhoudsproces. Onder andere door het gebruik van duurzame materialen, het hergebruiken van grondstoffen en het klimaatbestendig maken van het watersysteem en de leefomgeving.
- Wij willen de leefomgeving slimmer beheren door het toepassen van risico gestuurd beheer (assetmanagement). Zodat wij bij het beheer de juiste maatregel op het juiste moment toepassen.
- Wij richten het beheer van de openbare ruimte zoveel mogelijk in op de behoeften van inwoners en ondernemers. Dat doen we door participatie, maatwerk en gebiedsgericht werken.
Vastgoed
- Het onderhoud is op minimaal niveau: niveau 4 (NEN-norm)
Wij onderhouden het gemeentelijk vastgoed, gebouwen, gebouwdelen en installatiecomponenten op minimaal niveau. Dat betekent dat we alleen onderhoud uitvoeren dat niet uit te stellen is. Zo voorkomen we dat de conditie van de panden (verder) achteruitgaat. We onderhouden minimaal vanuit budgettaire overwegingen en omdat de toekomst van een aantal gebouwen onzeker is. Als we veel investeren lopen we het risico dat achteraf blijkt dat dit niet had gehoeven.
- Via de Nota levenscyclusbeheer willen we onze onderhoudsprocessen borgen
Het borgen is op het vlak van onder andere veiligheid, gezondheid en de gebruiks- en bedrijfsprocessen die in het vastgoed plaatsvinden.
- De verduurzamingsopgave voor het eigen vastgoed in onze gemeente is groot
Deze opgave komt niet alleen vanuit het Klimaatakkoord. Ook de stijgende energieprijzen maken deze opgave nog urgenter. Zo zullen bijvoorbeeld de exploitatiekosten van niet-verduurzaamde gebouwen sterk oplopen. In de ‘Routekaart verduurzamen Vastgoed DFM’ staat hoe we deze verduurzaming gaan aanpakken.
Verkeer en vervoer: 0 verkeersslachtoffers in 2050
Dat hebben Rijk en decentrale overheden afgesproken in het Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030 (SPV 2030) en met elkaar vastgelegd in het daarbij horende Startakkoord. De basis van het SPV 2030 is een ‘risico-gestuurd’ verkeersveiligheidsbeleid: ongevallen voorkomen door de belangrijkste risico’s in het verkeerssysteem proactief aan te pakken. Dit is wat we in onze gemeente doen:
- Afgelopen jaar hebben we een risicoanalyse voor het gemeentelijk wegennet afgerond
Op basis van de verzamelde informatie formuleren we doelstellingen en stellen we een uitvoeringsprogramma op voor de wegen met de grootste verkeersveiligheidsrisico's.
- Wij nemen actief deel aan het Programma van Eisen voor de nieuwe busconcessie
De provincie heeft de aanbestedingsprocedure voor de busconcessie 2022-2032 stopgezet.
Dat kwam door de gevolgen van de coronacrisis. Voor de periode 2022-2024 is een noodconcessie vastgesteld. Inmiddels is de provincie gestart met de voorbereidingen van de aanbesteding voor de busconcessie voor de periode 2024-2034.
- We actief deel aan het Regionaal Mobiliteitsprogramma.
Uitgangspunt hierbij is dat onze kernen goed ontsloten blijven en gezocht moet worden naar een vernieuwende vorm.
Wonen: een grote landelijke woningbouwopgave voor de komende jaren
In maart 2022 heeft de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, de Nationale Woon- en Bouwagenda gepresenteerd. Duidelijk is dat er meer woningen nodig zijn, woningen die betaalbaar zijn en woningen die duurzaam zijn. Dit vertaalt zich ook uitdrukkelijk in een Fryske en lokale opgave. De opstuwende vraag op langere termijn tot 2035 wordt vooral veroorzaakt door meer en kleinere huishoudens en meer groepen met een zorgvraag die huisvesting nodig hebben. Maar ook tot 2025 zijn er meer woningen nodig. Daarvoor gaan we het volgende doen:
- We stellen de raad voor om in te zetten op flexwoningen voor doelgroepen.
- We geven volop ruimte waar het kan aan het ontwikkelen van inbreidingsplannen.
- We hebben gezorgd dat de nieuwe Woonvisie aansluit aan op de vijf programma’s uit de Nationale Woon- en Bouwagenda.
- We sluiten nauw aan op de door de gemeenteraad vastgestelde toekomstvisie voor De Fryske Marren: “Brede welvaart voor de Fryske Marren: visie tot voorbij 2030”. Het zorgen voor brede welvaart staat centraal in de opgaves voor de komende jaren, ook bij de opgave rond het wonen.
De toekomstvisie hanteert de 17 duurzame ontwikkelingsdoelen. Een aantal heeft een directe relatie met het woondomein. Deze doelen richten zich op het stimuleren van duurzame steden en gemeenschappen, goede gezondheid en welzijn, het verantwoord consumeren en produceren en de samenwerking tussen verschillende partijen om deze doelen te bereiken. De 17 duurzame ontwikkelingsdoelen bieden ons een goed kader om met externe partijen te werken aan een vitale en krachtige woongemeente.
Kwaliteit van bodem, water en lucht
Alles wat we doen in de fysieke omgeving belast de bodem, het water en de lucht. Tegelijkertijd is voor veel van onze activiteiten een goede kwaliteit van diezelfde bodem, water en lucht nodig. Het beschermen van de fysieke omgeving is dus belangrijk. Daarom willen we inzicht in de bestaande kwaliteit van bodem, water en lucht. Daarmee vinden we een goede balans tussen het beschermen en het benutten van de fysieke leefomgeving. En zo kunnen we:
- sturing geven aan nieuwe activiteiten en inrichting van de fysieke leefomgeving;
- bestaande overbelaste situaties aanpakken;
- onze beleidsruimte voor het toepassen van kwaliteitsnormen voor bodem, water en lucht zodanig invullen dat recht wordt gedaan aan de lokale situatie in onze gemeente. Ontwikkelingen op dat gebied zijn:
- Het verschuiven van het bevoegd gezag in de Wet Bodembescherming van provincie naar gemeenten.
- Het vastleggen en monitoren van de basisgeluidemissie van gemeentelijke wegen.
- Het omzetten van geluidzones van de gezoneerde industrieterreinen naar geluidproductieplafonds.
- Het onderzoeken van het omzetten van de luchtkwaliteit met betrekking tot zoönosen en endotoxinen naar normen/omgevingswaarden.
- Het vaststellen van waterkwaliteitsdoelen van stedelijk water.